HET INTERVIEW VAN HET JAAR: DE MEEST SUCCESVOLLE EN SYMPATHIEKE TURKSE VROUW DIE OOIT NAAR NEDERLAND KWAM GÜNAY USLU

Waarom is Günay Uslu “De meest succesvolle en sympathieke Turkse vrouw die ooit naar Nederland kwam”?
Want elke stap in haar carrière was geen toeval, maar een bewuste keuze.
Van cultuurhistorica tot academicus, van ondernemer tot politicus heeft zij blijvende bijdragen geleverd op vele terreinen.
Gunay Uslu is bovenal een culturele brug.
Tussen Oost en West, tussen academie en publiek, tussen verleden en toekomst…
Haar rol als Nederlands minister van Cultuur en Media zag zij niet enkel als een politieke functie, maar als een platform voor inhoud en visie.
UHA / İnternational News Agency
İlhan KARAÇAY stelt de vragen, Günay USLU GEEFT antwoorden:
NEDERLAND, 18 MAYIS 2025 – Het levensverhaal van een mens meet je niet alleen aan een lijst met prestaties.
De wegen die iemand heeft bewandeld, de drempels die zijn gesleten, de obstakels die op haar pad kwamen en de glimlach die ze daarbij nooit verloor vertellen een veel dieper verhaal. Günay Uslu is de hoofdpersoon van precies zo’n verhaal.
Dit verhaal, begonnen op koude Nederlandse ochtenden als kind van een migrantenfamilie, is verweven met de discipline van een warm Anatolisch huis, de intellectuele diepgang van West-Europese universiteiten, en de culturele wisselwerking over continenten heen.
Günay Uslu is bovenal een culturele brug.
Tussen Oost en West, tussen academie en samenleving, tussen geschiedenis en toekomst…
Aan de ene kant de stoffige documenten uit Ottomaanse archieven, aan de andere kant moderne kunstwerken tentoongesteld in musea van Amsterdam.
’s Ochtends spreekt ze op de radio over Mozarts liefde voor de Turkse muziek, ’s avonds woont ze vergaderingen bij over hotelinvesteringen van Corendon.
Günay Uslu is niet zomaar iemand die een functie vervult, maar herschrijft de definitie van leiderschap. Ze is een vrouw die zich niet afzonderlijk, maar als geheel beweegt binnen de academische wereld, de politiek, de cultuursector, de media en het bedrijfsleven. Wanneer zij glimlacht, verlicht ze niet alleen haar gezicht, maar ook de geschiedenis.
WAAROM DE MEEST SUCCESVOLLE?
Omdat elke stap in haar carrière geen toeval was, maar een bewuste keuze. Van cultuurhistoricus tot academicus, van ondernemer tot politicus in al deze domeinen heeft ze blijvende bijdragen geleverd. Haar rol als staatssecretaris van Cultuur en Media in Nederland beschouwde zij niet slechts als een politieke positie, maar als een platform om inhoud en visie te creëren.
WAAROM DE MEEST SYMPATHIEKE?

Zelfs tijdens gesprekken met premier Rutte schaterde Günay Uslu het uit van het lachen…
Omdat ze ondanks al haar successen nooit een onbereikbaar figuur is geworden. Haar glimlach straalt oprechtheid uit, haar woorden dragen een verlangen tot delen. Zelfs in het harde politieke klimaat bleef zij beleefd, zette haar intellect niet om in arrogantie, en wist vastberadenheid met elegantie te balanceren.
Ze is de dochter van Ata Uslu, de zus van Atilay Uslu, maar bovenal: Günay Uslu. Zij is niet alleen een trots voor de Turkse gemeenschap, maar ook een dierbaar gezicht voor Nederland.
EN DÁÁROM DIT INTERVIEW…
KARAÇAY: Mevrouw Uslu, ik wilde al lange tijd een interview met u doen. Vandaag is het dan eindelijk gelukt. Ik wil u eren met de titel van de meest succesvolle en sympathieke Turkse vrouw die ooit naar Nederland is gekomen. Niet alleen vanwege uw politieke succes, maar vanwege uw levensverhaal dat cultuur, kunst, academie en ondernemerschap omvat.
Laten we bij het begin beginnen… Wat was uw eerste baan?
USLU: Heel hartelijk dank. Mijn eerste “echte” baan was ondernemerschap. Eind jaren 90, toen het digitale tijdperk net begon, richtten we ons eigen reisbureau op: Travel Contact. Als ik dat nu aan jongeren vertel, vinden ze het gek, maar toen verkochten we vakantiepakketten via de Teletekst-pagina’s op tv. Ik had geen team, nauwelijks ervaring. Alleen een computer, een telefoon, een fax en een eindeloos geloof…
KARAÇAY: Fantastisch… U studeerde én begon een bedrijf. Wie steunde u in die tijd?
USLU: Een van mijn grootste steunpilaren was mijn broer, Atilay Uslu. Hij staat ook bekend om zijn ondernemende geest. Daarnaast hadden we een reisgenoot als Yıldıray Karaer. Zonder zijn bijdrage was deze reis niet mogelijk geweest.
KARAÇAY: Wat heeft u geleerd van de strijd in die periode?
USLU: Mijn grootste les was: “Wacht niet, kom in actie.”
Soms opent één stap compleet nieuwe wegen. Ik heb geleerd om flexibel te zijn, niet bang te zijn om fouten
te maken, en de waarde van samenwerken met mensen die anders denken. Mijn broer Atilay en ik hebben verschillende karakters, maar juist daardoor vullen we elkaar aan.
KARAÇAY: Daarna begon uw academische reis. U was student én later onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Wat opvalt, is uw relatie met de Ottomaanse geschiedenis. Hoe is dat ontstaan?
USLU: Mijn interesse in geschiedenis begon al op jonge leeftijd. Ik studeerde geschiedenis en rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens behaalde ik een master in cultuurwetenschap en Europese Cultuurgeschiedenis. Mijn promotieonderzoek ging direct over het Ottomaanse Rijk. Mijn Engelstalige proefschrift had als titel “Cultureel Beleid in het Ottomaanse Rijk”. Ik heb zelf Ottomaans geleerd. Ik wilde mijn verbondenheid met deze gronden ook wetenschappelijk onderbouwen.
KARAÇAY: En toen kwam u in de politiek… Maar u bent geen typische politicus. Wij leerden u kennen als iemand die zich inzet voor cultuur en media.
USLU: Ik had geen plan om politicus te worden. De partij D66 droeg mij voor vanwege mijn werk op het gebied van cultuur en media. En eerlijk gezegd zou ik ook geen ander portefeuille hebben geaccepteerd. Ik geloofde dat ik iets kon bijdragen. Want cultuur is de spiegel van een land. Niet alleen opera, ballet en musea ook de fanfare, het kerkkoor en het carnaval zijn cultuur.
Karaçay: De aankoop van het schilderij ‘De Vaandeldraager’ van rembrandt zorgde voor veel ophef in de Nederlandse openbare opinie. U verdedigde dit werk echter met overtuiging. Waarom?
USLU: Omdat dit schilderij niet slechts een kunstwerk is, maar een drager van collectief geheugen. 150 miljoen euro is natuurlijk een enorm bedrag. Maar dat geld zou sowieso naar de algemene begroting zijn gegaan, niet naar cultuur. Het idee om dit werk naar twaalf verschillende locaties te brengen en zo met het volk te delen, vond ik een geweldige visie. Een museum is van iedereen. Het moet niet alleen voor de elite zijn, maar openstaan voor het hele volk.
Karaçay: U viel ook op door uw duidelıjke standpunten bij zaken rondom seksuele intimidatie. U reageerde openlijk op Derksen’s uitspraken.
USLU: Cultuur weerspiegelt de samenleving. We kunnen geweld of intimidatie niet goedpraten onder het mom van humor. Gevoeligheid tonen voor dit soort zaken is geen gunst, het is een verantwoordelijkheid. Iedereen moet ruimte krijgen, maar iemands vrijheid mag nooit de waardigheid van een ander schaden.
Karaçay: U hebt de politiek verlaten, maar wordt nog steeds als leider gezien. komt er een terugkeer naar de politiek?
USLU: Nee. Ik zie mezelf niet als politicus. Althans, niet op korte termijn. Ik heb mezelf nooit als een klassieke politicus gezien. Ik heb een politieke rol op mij genomen omdat ik iets kon bijdragen op het gebied van cultuur.
Maar nu is het tijd om op andere manieren bij te dragen: mijn werk bij Corendon, mijn culturele projecten, mijn boekvoorbereidingen, mijn werk met jongeren… Dat alles is voor mij betekenisvoller dan politiek.
Ik ben ondernemer, academicus, cultuurhistoricus. Ik zal me in de politiek begeven zolang ik iets kan bijdragen. Maar ik streef geen leidersrol na. Sterker nog, ik wil in de toekomst een boek schrijven over mediabeleid en cultuurbeleid. Ik werk bijvoorbeeld aan een studie over leidersfiguren uit de jaren 30.
Karaçay: Uw succes beperkt zich niet tot de politiek of academıe. U heeft ook een schitterend radioprogramma gestart: Een reis van Mozart tot de Ottomaanse muziek. Wat is de ziel van dit project?
Uslu: In onze uitzending van 19 april sprak ik over Ottomaanse invloeden in de Europese klassieke muziek. Hoe de Mehtermuziek Mozart beïnvloedde, hoe Beethoven de Turkse mars interpreteerde, en hoe vergeten vrouwelijke componisten zoals Kevser Hanım onder de aandacht kunnen worden gebracht. Het vertellen van deze culturele sporen, van Troje tot Curaçao, helpt ons beter te begrijpen wie we zijn.
Karaçay: U bent ook zeer actief binnen de academische wereld.
U speelt een rol in vele musea, raden en stichtingen. Kunt u er een paar noemen?
Uslu: Zeker. Ik werkte als academicus aan de Universiteit van Amsterdam, ben lid van de adviesraad van de Rembrandt Vereniging, en voorzitter van de Raad van Toezicht van het Eye Filmmuseum. Ook had ik adviesfuncties bij het Mauritshuis, de Leerstoel Verdraagzaamheid van de Universiteit Leiden, en het Allard Pierson Museum. Daarnaast zat ik in het bestuur van het NIOD. Ik wil niet alleen dat culturele diversiteit vertegenwoordigd wordt, maar ook daadwerkelijk vorm krijgt.
Karaçay: En dan is er Corendon? Bekend merk in Nederland. Hoe keerde u terug als CEO?
Uslu: Corendon voelt als familie. Dankzij de visie van mijn broer Atilay heb ik jarenlang gewerkt als directeur hotelontwikkeling binnen het bedrijf. Nu werk ik opnieuw met mijn familie samen als CEO. De grens tussen cultuur en bedrijfsleven is soms kleiner dan men denkt.
“GÜNAY USLU: DE BELICHAMING VAN CULTUUR”
Karaçay: Mevrouw Uslu, we hebben tot nu toe uw succesvolle reis besproken. Ik wil nu iets dieper gaan. Uw programma op radio 4 van 19 april was een bıjzondere reis van Mozart naar de Ottomaanse muziek. Hoe is dit idee ontstaan?
Uslu: Het is een thema waar ik al lang mee bezig ben: de Europese belangstelling voor de Turkse cultuur. De ritmische structuur van
de Ottomaanse Mehtermuziek had een grote invloed op componisten in de 18e en 19e eeuw. Mozart’s “Turkse Mars”, Beethoven’s gebruik van Mehter-ritmes, Liszt’s Oriëntaalse inspiratie… Het zijn geen toevallige muzikale details, maar sporen van culturele interactie, nieuwsgierigheid en zelfs bewondering. Met deze uitzending wilde ik niet alleen geschiedenis vertellen, maar ook een brug opnieuw bouwen.
Karaçay: Waar komt uw verbondenheid met Turkıje vandaan? U bent Ottomaanspecialist, kent Ottomaans, en lijkt als een wetenschapper die tussen Europa en het Ottomaanse rijk beweegt.
Uslu: Dat is een juiste observatie. Mijn culturele identiteit is tweezijdig. Enerzijds ben ik geboren en getogen in Nederland, anderzijds ben ik de dochter van Ata Uslu uit Emirdağ. Mijn poging om deze twee werelden te verbinden, heeft al mijn werk beïnvloed. Mijn wens om me te verdiepen in de Ottomaanse geschiedenis kwam daaruit voort. Ik wilde mijn wortels beter leren kennen, begrijpen en delen. Ottomaans leren was moeilijk, maar het echte werk was het begrijpen van de ziel van die teksten. Tijdens mijn proefschrift heb ik jarenlang archieven onderzocht. Het was indrukwekkend om te zien hoe het cultuurbeleid uit de 19e eeuw vandaag de dag nog steeds invloed heeft.
Karaçay: Laten we wat dieper ingaan op uw proefschrift. Uw werk over “Homerus, troje en de Turken” viel op in zowel Europa als Turkije. Kunt u er wat meer over vertellen?
Uslu: Natuurlijk. De volledige titel van mijn proefschrift is: “Homerus, Troje en de Turken: Erfgoed en Identiteit in het Laat-Ottomaanse Rijk (1870–1915)”. Ik onderzocht het proces van culturele interactie dat begon met de opgravingen van Heinrich Schliemann in Troje, de reacties van de Ottomaanse intelligentsia daarop, en hoe dit leidde tot een groeiend ‘erfgoedbewustzijn’. Terwijl het Westen Troje opeiste, ontwikkelden Ottomaanse intellectuelen een identiteitsreflex. De antwoorden op deze vraag helpen ons ook om hedendaags cultuurbeleid beter te begrijpen.
Karaçay: Over cultuurbeleid gesproken, U hebt niet alleen geles gegeven aan de universiteit van Amsterdam, maar werkt nauw samen met veel musea en culturele organisatıes. U brengt cultuur vanuit de theorie naar de praktıjk.
Uslu: Klopt. Voor mij is academie niet alleen theoretische kennis, maar iets dat de samenleving moet raken. Mijn voorzitterschap van de Raad van Toezicht van het Eye Filmmuseum, mijn adviesrollen bij het Mauritshuis en het Allard Pierson Museum, mijn bestuursfunctie bij het NIOD… Dat zijn geen titels, maar manieren om echt actief te zijn. Ik wil bijdragen aan het behoud van Europees erfgoed, de digitalisering van cultuur, en de vertegenwoordiging van migranten.
Karaçay: U bent nu CEO van Corendon. Hoe was de overstap van de politiek naar de private sector voor u?
Uslu: Heel natuurlijk. Corendon is mijn eerste liefde. Terugkeren naar een organisatie waar ik vanaf het begin bij was, voelt als thuiskomen. Dankzij mijn academische kennis, politieke ervaring en culturele achtergrond kan ik nu een veelomvattendere vorm van leiderschap uitoefenen. Niet alleen winst telt, maar ook betekenis creëren. Corendon is niet zomaar een reismerk; het is ook een drager van cultuur.
Dat is ons uitgangspunt in nieuwe projecten.
Karaçay: U vermeldde dat u boeken wilt schrıjven. Wordt dit een leiderschapsgericht boek?
Uslu: Ja, ik werk al een tijdje aan twee boekconcepten. Eén gaat over autoritaire leidersfiguren in Europa tijdens de jaren 30; de andere is een analyse van het huidige cultuur- en mediabeleid. Ik wil niet alleen een academisch werk schrijven, maar een tekst die contact maakt met de lezer: kritisch, maar toegankelijk.
EEN LEVEN GELEID DOOR CULTUUR
Karacay: Mevrouw Uslu, ik wil nu met u een wat innerlijkere reis maken. Uw verhaal moet niet alleen met successen worden verteld, maar ook met uw wortels. Wat betekent het om de dochter te zijn van Ata Ağa uit Emirdağ?
Uslu: (Glimlachend) De dochter van mijn vader zijn, voelde als het dragen van een onzichtbaar maar krachtig schild. Mijn vader was een sterke, hardwerkende man wiens woord telde. De mensen uit Emirdağ noemden hem “ağa”, maar hij was bovenal iemand die arbeid respecteerde, rechtvaardig was, en met veel gevoel voor humor. Mijn veerkracht en strijdlust komen denk ik van hem. Rechtop staan, maar met oprechte zachtheid in het hart dat leerde ik van hem. En mijn moeder Fadime is minstens zo’n sterke persoonlijkheid.
Karaçay: Mensen die u goed kennen noemen u “een migrantenmeisje dat haar identiteit nooit verloochent, maar er ook geen show van maakt”. Wat vindt u van deze balans?
Uslu: Ik vind dat een zeer treffende omschrijving. Culturele identiteit is geen vlag om mee te zwaaien, maar een stille wortel die je staande houdt. Ik ben geboren en opgegroeid in Nederland, heb hier mijn opleiding gevolgd, maar elke zin in het Emirdağ-Turks die thuis werd gesproken, herinnerde me eraan waar ik vandaan kom. Ik heb mijn Turkse identiteit nooit tentoongesteld, maar ook nooit losgelaten. Ze zit in mij in mijn daden, mijn keuzes, mijn houding.
Karaçay: Uw band met Turkije is niet alleen familiair, maar ook academisch en cultureel. Zou u zeggen dat u via uw werk aan Ottomaanse geschiedenis en Turkse muziek aan cultuurdiplomatie doet?
Uslu: Ja, precies dat. Cultuurdiplomatie is voor mij geen luxe, maar een noodzaak. In een tijd waarin de wereld zo gepolariseerd is, vormen mensen vooroordelen zonder elkaar te kennen. Maar muziek, kunst en geschiedenis kunnen mensen verbinden zonder dat ze elkaars taal spreken. De radio-uitzending waarin ik Mozart en Mehter samenbracht is daar een goed voorbeeld van. De bewondering van het Westen voor Turkse cultuur is geen geheim – als wij het maar durven te vertellen.

Karaçay: Ik denk dat u een bijzonder rolmodel bent voor Turkse jongeren in Nederland. Krijgt u veel reacties van jongeren die op u willen lijken?
Uslu: Heel veel. Zowel in de universiteit, als in de politiek en in de private sector ontmoet ik hen. Met hen praten is een grote verantwoordelijkheid. Ik zeg altijd hetzelfde: “Wees gewoon jezelf.” Zie je identiteit niet als een tekortkoming. Tweetaligheid geeft je een dubbel perspectief. Ja, soms moeten we harder werken en meer geduld hebben. Maar dat maakt ons ook sterker. En vergeet niet: alleen succes is niet genoeg – ook elegantie is nodig. Je kunt krachtig én vriendelijk tegelijk zijn.
Karaçay: Wat u zegt raakt direct aan het debat over multiculturaliteit in Nederland. Wat was uw visie als cultuurstaatssecretaris op dit gebied?
Uslu: Multiculturaliteit betekent niet alleen “samen leven”, maar ook “samen creëren”. In musea, galeries en archieven mag niet alleen het verhaal van West-Europa verteld worden. Ook de stem van een kunstenaar uit Curaçao of de herinnering van een migrant uit Erzurum moet in dat kader passen. Daarom betekent cultuurbeleid voor mij niet alleen budgetteren, maar representatie opnieuw en eerlijk vormgeven.
Karaçay: Dan een iets persoonlijkere vraag. U glimlacht altijd – zelfs in moeilijke tijden. Is dat een bewuste houding?
Uslu: Glimlachen is mijn vorm van weerstand. Het leven was niet altijd makkelijk. Als kind van migranten heb ik uitsluiting, anders-zijn en eenzaamheid ervaren. Maar er was altijd ergens een licht. Soms in een boek, soms in een museum, soms in een blik van een ander mens. Vreugde is voor mij niet alleen iets van vrolijke momenten – het is een touw om je aan vast te houden in het donkerste uur. Daarom zeg ik altijd tegen jongeren: “Blijf lachen.” Een oprechte lach maakt de wereld, al is het maar even, een betere plek.
Karaçay: Heeft u een boodschap voor jonge mensen die binnenkort afstuderen?
Uslu: Ik zeg altijd: “Blijf nieuwsgierig, blijf creatief, stel vragen, wees niet bang om fouten te maken, en vergeet nooit om te lachen.” Je weet nooit wat het leven voor je in petto heeft. Maar als je met moed op weg gaat, kan die weg je naar prachtige bestemmingen leiden.
Karaçay: Is er een Turkije waar u van droomt? Of anders gezegd, wilt u uw culturele visie ook naar Turkije brengen?
Uslu: Natuurlijk. Turkije is een van de rijkste landen ter wereld op het gebied van culturele diversiteit en historische diepgang. Helaas hebben we soms moeite om die rijkdom te omarmen. Mijn droom is dat er ooit in elke Anatolische stad een lokaal museum of verhalenhuis komt. Dat jonge onderzoekers Ottomaans kunnen lezen, net zo goed als ze moderne documenten lezen. Dat Turkse muziek meer weerklank vindt op internationale podia. Dan wordt cultuur niet alleen een echo van het verleden, maar ook een belofte voor de toekomst.
Karaçay: Tot slot: Als u Günay Uslu in één woord zou moeten samenvatten, wat zou dat zijn?
Uslu: Zulke vragen zijn altijd moeilijk… maar ik zou zeggen: “Brug.”
Een brug tussen culturen, tussen verleden en toekomst, tussen oost en west. Ik heb altijd geprobeerd om verbinding te maken.
Günay Uslu is niet alleen “een succesvolle Turkse vrouw”; ze ıis ook een voorbeeld van een wereldburger die cultuur omarmt, geschiedenıs respecteert, verscheidenheid koestert en haar glimlach nooit verliest met haar verstand, haar hart en haar inzet.
“USLU”: EEN STEM UIT EEN RUSTIG MAAR VASTBERADEN HART
Günay Uslu valt niet alleen op door haar academische intelligentie of bestuurlijke capaciteiten, maar door haar authentieke, bescheiden en diepzinnige bestaan. Van de dochter van een Emirdağse vader tot een leider in Europese cultuurdiplomatie dit verhaal herinnert mij eraan:
Ware kracht schuilt in de moed om de wereld te veranderen, zonder te vergeten wie je bent.
Mijn interview eindigt hier. Maar dit is geen afsluiting het is een nieuw begin. Wat Günay Uslu nog zal doen, schrijven en delen, zal ons nog jarenlang blijven inspireren.
Yorumlar